Kinderkoor Pippeloentje
| |
|
Drie kleine kleutertjes / Het regent, de pannen worden nat / Toen onze Mop een Mopje was / Hannes loopt op klompen |
|
Ik heb mijn wagen volgeladen / Op een grote paddestoel / Klap eens in je handjes / De mosselman / Daar was laatst een meisje loos / Witte zwanen, zwarte zwanen |
|
In een groen, groen, groen, groen knollen knollenland / Schuitje varen over de zee / Moriaantje zo zwart als roet / Altijd is Kortjakje ziek |
|
Jan, mijne man, wou ruiter worden / Rijen, rijen, rijen in een wagentje / Oze wieze woze / Advocaatje ging op reis / Wie in januari geboren is |
|
Klein, klein kleutertje / In Den Haag daar woont een graaf / De berg van sint André / Mitte konfitte |
|
Mooi Ietefietje trek je baljurk aan / Alle eendjes zwemmen in het water / Ik zag 2 beren broodjes smeren / Er zat een aap op een stokje / Hop, hop, hop paardje in galop /; Zagen, zagen, wiede, wiede, wagen / In Holland staat een huis |
|
Onder moeders paraplu / Tussen Keulen en Parijs / Roodborstje tikt aan het raam / 2 Emmertjes water halen |
|
Schipper, mag ik overvaren / Daar liep een oude vrouw op straat / Boer, wat zeg je van mijn kippen / Alles in de wind / Schuitje varen, theetje drinken |
|
Wij komen uit verre landen / Er zaten 7 kikkertjes / 'k Moet dwalen / De zevensprong |
|
Zakdoekje leggen / Ik stond laatst voor een poppenkraam / Zeg Roodkapje / Slaap, kindje slaap |